Ossenworst
Oooh die ossenworst. Een beetje bruin gerijpt van buiten, rood van binnen, in dikke plakken, met een likje mosterd. Een beetje vet voor de sappigheid, met wat pit van specerijen en een subtiel rooksmaakje. Ossenworst is uitgevonden in de 17e eeuw en wordt traditioneel gemaakt van gerijpt rundvlees met een beetje peper, kruidnagel, foelie en nootmuskaat: kruiden uit De Oost. Amsterdamser (én lekkerder) wordt het bijna niet. De beste vind je naar verluidt bij Slagerij De Wit in Oost en Slagerij Louman in de Jordaan.
Broodje Halfom
Romig, zout, leverig: zalig. Met de tijd is deze Jiddisch-Amsterdamse klassieker een beetje verdrongen door alle hippe avocado toast en broodjes carpaccio of vitello tonato, maar hij doet qua smaak zeker niet onder voor zijn Italiaanse concurrentie. Dit broodje (liefst gewoon een wit puntje) is half-om-half (zie hier de naam) belegd met gekookte lever (al dan niet met spekjes) en pekelvlees. Met naar smaak een lik boter en een beetje peper. Al met al een mond vol Amsterdamse nostalgie. Eet ‘m bijvoorbeeld gepaard met een glaasje melk bij Van Dobben in de Reguliersdwarsstraat.
Tafelzuur van Kesbeke
Gele Amsterdamse uitjes, zure bommen, zoetzure augurken, piccalilly: het beste tafelzuur komt natuurlijk van Kesbeke uit Amsterdam. De oorsprong van Kesbeke ligt in de grote Joodse gemeenschap, die door het inleggen van groenten in zuur de stad ook in de winter van vitamines voorzagen en daarmee met karren door de straten gingen. Tegenwoordig vult de familie Kesbeke in Bos en Lommer hun potten met augurken, uitjes, boontjes en zelfs gloeilampen. Lekker fris, vegan en nog gezond ook. Benieuwd naar de favorieten van Oos Kesbeke? Lees dan hier zijn verhaal.
FEBO-Kroket
Amsterdam is het koninkrijk van de kroket. Want sorry, rest van Nederland, de lekkerste kroket hebben wij en hij komt gewoon uit de muur van Febo. Hier komen ze niet uit de diepvries, maar worden ze elke dag vers gemaakt. En of je nou bijt in een kalfs-, saté- of kipkroket: ze zijn allemaal even krokant en lekker romig van binnen. Een Febokroket met een lik grove mosterd kan eigenlijk op elk moment van de dag wel. Het enige nadeel: het brandgevaar. Dus niet vergeten voorzichtig te happen en flink te blazen. Benieuwd naar de favorieten van Dennis de Borst, de zoon van de uitvinder van het krokettenimperium Febo? Lees dan hier zijn verhaal.
Duivekater
Het is misschien wel een van de oudste traditionele recepten die bewaard zijn gebleven: de duivekater. Dit ovale feestbrood zag je terug op de schilderijen van Jan Steen. Wat erin zit verschilt per bakker, maar altijd zit er verwarmde roomboter, citroenschil en melk in. De Duivekater komt oorspronkelijk van nét boven de stad Amsterdam, uit Nieuwendam en de Zaanstreek, maar aangezien dat inmiddels ook regio Amsterdam is, mag de Duivekater een lokale lekkernij heten. Je haalt duivekater onder meer bij Bakkerij Balvert.
Amsterdamse Koggetjes of nougatines

Kopstootje

Oesters van Nam Kee

Slagroomijs van Van der Linde

Hartogs volkorenbrood
Een klassieker die ook vandaag de dag nog meegaat herken je aan het feit dat het er altijd druk is. En voor bakkerij Hartog aan de Wibautstraat staan niet alleen rond oud en nieuw rijen (voor de beroemde volkorenoliebollen), maar vaak elke middag nog. Hun geheim: lekker stevig volkorenbrood, zoals ze het daar al meer dan 100 jaar bakken.
Nog meer echt Amsterdams eten en drinken? Ontdek dan hoe je dé ultieme, lekkerste en meest cliché borrelplank van Amsterdam kunt maken, hier.