
De echte Amsterdammer - Loek Dikker
Over Loek Dikker
Loek Dikker (81) is een Amsterdamse musicus en componist. Hij schreef muziek voor film, toneel, ballet, musicals en het symfonieorkest, speelde met grootheden als Cannonball Adderley, was een van de krachten achter de oprichting van het BIMHuis en heeft zich altijd hard gemaakt voor de rechten en zichtbaarheid van componisten. Op 16 april kreeg Dikker de Oeuvre Award Music in Media uitgereikt als onderdeel van de Music in Media Awards, als erkenning voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse en internationale filmmuziek, jazz en muziek in media.
Wanneer ben je in Amsterdam komen wonen?
‘Ik ben hier geboren in 1944, in Bos en Lommer. Mijn school zat aan het einde van de straat. Als de eerste schoolbel ging, wist ik: ik red het nog nét. Toch was ik vrijwel altijd te laat. Dat heb ik nog steeds wel een beetje. Inmiddels heb ik een beschaafd excuus: het geeft de gastvrouw net wat meer ruimte.’
Ben je een trotse Amsterdammer, en waarom?
‘Ja. Ik ben mijn hele leven in Amsterdam gebleven. Ik heb wel op verschillende plekken gewoond – in Rome, Berlijn, München, Parijs, Hollywood – maar ik heb mijn huis in Amsterdam altijd aangehouden en nooit het idee gehad: we gaan emigreren.’
Als Amsterdam een muziekstuk was, hoe klonk het dan?
‘Ik kan niet vertellen hoe het precies klinkt, want het bestaat nog niet. Ik weet wel welke elementen het moet hebben. De basis is orkestraal, met big city jazz, maar er komen veel andere stijlen naar voren: hiphop, klassiek, andere stromingen. Het moet uitbundig en energiek zijn, maar ook een beetje weemoedig – dat hoort bij de stad. Die hang naar het Amsterdam van je jeugd, hoe shit die ook was, moet erin. Dit is de kleinste metropool ter wereld. Dat muziekstuk moet metropolisch voelen, maar je mag óók de buurten horen, die moeten tevoorschijn komen. Misschien moet ik dit gaan maken. Ik denk wel dat ik dat zou kunnen.’
Amsterdam in een zin?
‘Je gaat niet meer weg uit vrije keuze als je er geboren bent.’
FAVORIETEN VAN LOEK

Favoriete activiteit in Amsterdam?
‘Bewegen. Op wat voor manier dan ook. Als ik kijk naar de knooppunten in mijn leven, zijn die altijd het gevolg geweest van beweging: een wandeling, een praatje onderweg, en daar komt dan weer iets uit voort.Ik zal een voorbeeld noemen. In ’82 ging ik naar buiten voor een wandeling. Het regende en waaide hard – want dat doet het vaak in Amsterdam – maar ik ging toch. En ergens op een bruggetje van de Herengracht kwam ik geluidsmontageman Marc Nolens tegen. We stonden zo 20 minuten te redeneren, op ons dooie gemak in die wind en die regen. Hij werkte ook aan de eerste film waarvoor ik ooit de filmmuziek maakte: Twee vorstinnen en een vorst. En hij vertelde dat Paul Verhoeven met een film bezig was, maar nog op zoek was naar iemand voor de muziek. Misschien moest ik toch een bandje inleveren? Ik heb het verdomme nog een paar dagen laten liggen ook, voor ik iets langs bracht bij Paul. Een week later had ik een contract op zak voor De Vierde Man.’
Favoriete museum?
‘Het Stedelijk Museum, toch omdat daar de nieuwe dingen te zien zijn. Ik ben het er lang niet altijd mee eens, maar soms word ik echt getroffen door iets wat ze daar exposeren. Wat ik wel echt jammer vind, is dat ze hun collectie Breitners – ze hebben echt een mooie collectie van de Amsterdamse schilder George Hendrik Breitner – niet uitvoerig exposeren. Die zou wat prominenter aanwezig mogen zijn.’
Favoriete concertzaal/theater?
‘Het Bimhuis. Ik ben een van de oprichters, dat helpt. BIM staat voor Beroepsvereniging Improviserende Musici. Hans Dulfer en nog een paar musici als ikzelf hebben die op een gegeven moment opgericht, omdat daar behoefte aan was. Ik ken Hans nog van vroeger, we speelden samen in het eerste bandje waar ik ooit in terechtkwam. Mijn vader dirigeerde een harmonieorkest en zei: “Je moet eens komen kijken bij een repetitie, er zit een jongen in die net zulke rare muziek wil spelen als jij.” En zo begon het.’
Favoriete Amsterdammer (dier)?
‘De rood-witte kat uit de straat. Hij is 2 keer zo groot als een normale kat en begon zijn loopbaan als jong poesje bij een Italiaanse deli (Renzo’s) op de Van Baerlestraat. Zijn lievelingsgerecht is daar Vitello tonnato. Hij heet officieel 'Mister Spaghetti', maar ik noem hem afgekort ‘Ghetti’, dat lijkt op ‘Catty’, natuurlijk. Hij heeft typisch Amsterdamse eigenschappen: cool, wat branie, een grote mond tegen honden en een beetje een poseur ("ik ben een wilde kat, leef ’s nachts en slaap buiten”). Inmiddels mogen de restaurants geen katten meer hebben – misschien door een pressiegroep van de muizen? – en zwierf Ghetti veel rond op diverse adressen. Inmiddels is hij met pensioen en heeft hij zijn intrek genomen bij de overburen.’
Favoriete Amsterdammer (mens)?
‘Daarnaast zijn er 3 mensen die bij de aanleg van de metro in 1975 een belangrijke rol hebben gespeeld in het beschermen van de binnenstad. Ik woonde legaal in de Sint Antoniebreestraat op het metrotracé en had contact met hen. Het stadsbestuur wilde een doorbraak door de binnenstad leggen door er een vierbaans autoweg doorheen te leggen, maar zij hebben dit – met heel veel anderen – weten tegen te houden: Rob Stolk, provo en drukker; Auke Bijlsma, PvdA-raadslid en activist; en Tjebbe van Tijen, voorman van de kraakbeweging. Ik vind eigenlijk dat zij een stadspenning verdienen. Voor Rob en Auke is dat postuum, maar gerechtigheid gaat voor.’
Ben jij ook een trotse Amsterdammer en wil je graag je verhaal en favoriete plekken delen? Neem dan contact met ons op via redactie@iamsterdam.com.
Gerelateerde artikelen

De echte Amsterdammer - Nai Barghouti

De echte Amsterdammer - Kate Moore

De echte Amsterdammer - Elmer (Merel Pauw)

De echte Amsterdammer - Trix van der Vleuten

De echte Amsterdammer - Lesley Macaya

De echte Amsterdammer - Latanya Alberto

De echte Amsterdammer - Lot Mulder

De echte Amsterdammer - Do de Heij

De echte Amsterdammer - Marjolein van Damme
