Widmann en de laatromantiek
Jörg Widmanns titel Trauermarsch herinnert aan Gustav Mahler. Maar bij Widmann is het niet altijd wat het lijkt. Van Mahler hoor je de Eerste symfonie.
Widmann en de laatromantiek
Hannes Minnaar speelt Widmanns ontroerende treurmars
In 2014 schreef Jörg Widmann Trauermarsch voor piano en orkest. Het ontstond als bedrijfsongeval. Wat een vierdelig pianoconcert voor Yefim Bronfman en de Berliner Philharmoniker had moeten worden, werd een eendelig stuk op basis van de inleiding, die ook voor Widmann onverwacht uitgroeide tot een kolossale treurmars op basis van de dalende secunde die als treurmotief soms expliciet en soms verborgen het complete stuk beheerst. Bij een treurmars denk je aan Beethoven en Mahler – maar misschien niet aan de bijna weerloze intimiteit en soms ontroerende tederheid van de solopartij in dit stuk.
Dubbelzinnigheid bij Widmann en Mahler
Ook hier blijkt weer dat je titels bij Widmann nooit op hun woord moet geloven. Boven de pianopartij staat al in maat één, enkele maten voor het orkest ‘plechtig en streng’ van wal steekt: ‘Laconiek, ietwat aarzelend.’ Zo creëert Widmann direct de dubbelzinnigheid die Trauermarsch karakteriseert; een dialectisch spel van licht en donker, vitaal en gebroken. Net zo ironisch als de treurmars in Mahlers Eerste symfonie, die met zijn Vader-Jacob-canon en zijn intieme, lyrisch-melancholieke sfeer perfect op Widmanns meesterwerk aansluit.